22 maart 2016: weinig woorden en geen graden meer
Als afsluiter van dit drieluik over de aanslagen in Zaventem en Brussel vertelt majoor psycholoog Magali Huret over haar taak als crisispsychologe en hoe zij 22 maart 2016 beleefd heeft in het Militair Hospitaal Koningin Astrid.
Magali Huret was al in het militair hospitaal toen ze op de radio hoorde dat er op de luchthaven van Zaventem iets ernstigs gebeurd was. “Ik ben onmiddellijk naar de spoeddienst gegaan voor meer info”, vertelt ze. “Toen zij bevestigden dat het om een aanslag ging, stond ik even perplex. Tegelijkertijd was ik niet verbaasd. Een week eerder zei ik nog tijdens een vergadering dat het sinds de aanslagen in Parijs té rustig was. Ik was ervan overtuigd dat er in ons land iets te gebeuren stond. We besloten toen om met het Rode Kruis te oefenen, maar een week later was het al zover.”
Samen met een collega coördineerde majoor Huret de opvang van families die een naaste verloren hadden. Daarnaast was er een aparte zaal voor de slachtoffers die in psychische shock of niet-lichamelijk gekwetst waren. “We konden de twee groepen niet in één zaal plaatsen. Die onzekerheid van de families zou op de slachtoffers een negatieve impact kunnen hebben”, legt ze uit. “In eerste instantie hebben wij ons dus ook over de burgers ontfermd. Zodra het Rode Kruis en de dienst Slachtofferhulp gearriveerd waren, hebben zij dat van ons overgenomen. Zo konden wij ons op de betrokken militairen focussen.”
Iedereen reageert anders bij een traumatische gebeurtenis. Er zijn mensen die nood hebben aan een gesprek maar er zijn er ook die liever met rust gelaten worden. “Je moet dat aanvoelen, maar het is vooral heel belangrijk dat je niemand tot een gesprek dwingt”, beklemtoont Magali Huret. “Als je dat wel doet, bestaat het risico dat je die persoon voor een tweede keer een trauma bezorgt.”
Er werd die dag veel psychologische ondersteuning gegeven, ook aan personeel. Het was voor de majoor en haar collega’s niet gemakkelijk. “Wat kan je zeggen tegen iemand die niet weet of zijn naaste nog leeft? Daar zijn geen woorden voor”, zegt Magali. “Je kan alleen aanwezig zijn, je beschikbaar opstellen. Mensen in die situatie geloven in niets meer. Daarom zijn die eerste gesprekken belangrijk. Je probeert dat geloof terug naar de oppervlakte te brengen.”
Diezelfde avond is Magali Huret met enkele collega’s naar Heverlee gegaan om de militairen op te vangen die in Zaventem en het metrostation Maalbeek aanwezig waren. “We gaven ze een koffietje en luisterden naar hen. Ze vertelden over hoe groot de chaos was maar het hoe het tegelijkertijd zo stil was. Na de gesprekken hebben we gezorgd dat ze naar huis konden gaan. Op zo’n moment is het nodig dat ze hun geliefden een knuffel kunnen geven.”
“Vooral achteraf was de nood aan psychologische ondersteuning groot, ook vandaag nog”, gaat Magali verder. “De dag zelf besef je niet wat er gebeurt. Pas na een drietal dagen begin je te beseffen dat het niet normaal is wat je hebt meegemaakt. Zo vertelde een militair me achteraf dat hij vlak na de ontploffing een gsm hoorde rinkelen. Dat hij nog steeds twijfelde of hij niet had moeten opnemen. Het was voor hem ontzettend moeilijk om dat gerinkel te horen, wetende dat de overledene de oproep nooit zou beantwoorden.”
“Ook voor mij drong alles pas de derde dag door. Toen ik die avond thuiskwam, heb ik mijn kinderen stevig in mijn armen genomen en gehuild. De emoties en de vermoeidheid waren te groot. Bovendien was er het besef hoe kort het leven kan zijn. Met een job als de mijne weet je dat er op eender welk moment iets dramatisch kan gebeuren, maar de aanslagen hebben dat voor mij echt bevestigd.”
Toch kijkt Magali met een goed gevoel terug op die dag. “Iedereen wilde zijn steentje bijdragen, zelfs militairen die geen deel uitmaakten van het ziekenhuis. Bovendien keerden er mensen spontaan terug uit verlof. We trokken allemaal aan hetzelfde zeel, graden bestonden niet meer. Dat was echt indrukwekkend”, besluit ze.
De drie getuigenissen naar aanleiding van de aanslagen van 22 maart 2016 vormen slechts een onderdeel van het grote verhaal rond die dag. We willen graag benadrukken dat er een grote dankbaarheid leeft voor iedereen die zijn of haar steentje heeft bijgedragen om die crisis te beheersen.