Defensie in volle verandering
Aan het begin van deze maand mei heeft het militair hospitaal een van de 145 vaccinatiecentra van ons land geopend. Een opmerkelijke en tastbare bijdrage, die onze bevolking en ons land zal helpen om voorgoed uit de COVID-crisis te geraken. Een positieve bijdrage ook, zoals zovele andere dit jaar, als steun aan de Natie en met een gunstige impact op ons imago. We moeten echter niet verbergen dat dit imago tegelijkertijd soms ook aangetast wordt door andere incidenten, zoals dat onder meer het geval was bij de brand op het schietterrein van Brecht. Wat mij betreft, ben ik niet verrast, noch door onze capaciteit om performante middelen in plaats te stellen in het kader van onze operaties, in België of in het buitenland, noch door de kwetsbaarheid van onze organisatie tijdens haar transformatieproces.
De realiteit is inderdaad dat we in volle verandering zijn en dat het goede en het minder goede zich vermengen. Deze transformatie vormt een permanente uitdaging, een zoektocht naar het evenwicht tussen de verplichting om onze operaties uit te voeren – onze reden van bestaan-, de noodzaak om duurzaam onze staat van paraatheid – onze readiness – te verzekeren, de invoering en de geleidelijke ontwikkeling van nieuwe capaciteiten en toepassingen, en de “herkapitalisatie” van ons meest kostbare “bezit”, ons personeel. Dit alles onder het gewicht van een laag COVID die ons beperkingen oplegt, waarmee we nog enkele maanden zullen moeten leven. Een stand van zaken in deze verschillende domeinen en in enkele dossiers in het bijzonder lijkt me nuttig.
Op het vlak van operaties is de terugtrekking uit Afghanistan de meest “opmerkelijke” beslissing van de laatste weken. Een ongelooflijke, internationale herontplooiingsmachine heeft zich in gang gezet en voor ons detachement, ingezet in het noorden van het land, kunnen we een terugkeer in de zomer verwachten. Ongeveer op hetzelfde moment zullen het multisensordetachement en het detachement eFP hun respectieve inzet in Mali en de Baltische Staten beëindigen. Een periode van herconditionering kondigt zich aan voor alle eenheden, een herconditionering die zeker noodzakelijk is op mentaal en familiaal vlak, maar ook even onmisbaar is op het logistieke en materiële vlak. Deze gelijktijdige herontplooiingen geven ons een gelegenheid tot heroriëntatie en het opnieuw in evenwicht brengen van onze internationale bijdragen. Het is misschien ook de gelegenheid om het aantal operatietonelen te rationaliseren, om zo de druk op onze steunketen wat te verlichten. De planning van de operaties voor het jaar 2022 is lopende, met beslissingen die kunnen verwacht worden in het tweede semester.
Deze periode van herconditionering, die zou kunnen samenvallen met een deugddoende beëindiging van de COVID-crisis, zal ons ook toelaten om ons ten volle te concentreren op de vormings- en trainingsprogramma’s in de eenheden, rekening houdend met alle verplichtingen en beperkingen waarmee ze worden geconfronteerd. Toch hebben eind april 87% van de geplande trainingsactiviteiten kunnen plaatsvinden, wat in mijn ogen een goede zaak is, zelfs indien de gewenste moeilijkheidsgraad niet altijd kon worden bereikt. Het is inderdaad essentieel om niet nog méér achterstand op te lopen in onze functionele training. Ze staat garant voor de veiligheid van onze operationele activiteiten en de ontwikkeling van alle jonge militairen die zich bij Defensie hebben gevoegd. Laten we ons echter bewust blijven van het hoge mutatieritme van het personeel in de eenheden, gevolg van het succes van de rekrutering, wat echter geen ideale borging van ervaring en expertise toelaat. Het is een nieuwe realiteit waaraan men zich zal moeten aanpassen.
Het luik capacitaire transformatie bemoeilijkt nog de vergelijking, maar in dit domein hebben we enkele redenen om blij te zijn. De invoering van nieuwe capaciteiten zoals de A400M, de MRTT, nieuwe voertuigen en nieuwe uitrusting genereert motivatie en een positieve dynamiek binnen de eenheden. De oprichting van het Competentiecentrum Distribution and Mobility evenals het platform BEMILSHOP mogen beschouwd worden als een succes. Tegelijkertijd, laten we het niet vergeten, moeten de bestaande capaciteiten verder worden beheerd.
Het succes is jammer genoeg (nog) niet op de afspraak voor de toepassing HRM@Defence, een operatie die zeker geen schoonheidsprijs verdient. Ik betreur dat ten zeerste. Corrigerende maatregelen worden genomen en een meer duurzame communicatie wordt in plaats gesteld. Ik heb er onlangs een Flash Defensie aan gewijd en ik kan enkel maar bevestigen dat voorrang wordt gegeven aan het wegwerken van de vele tekortkomingen. Deze problematiek mag echter de gerealiseerde vooruitgang in het personeelsdomein niet naar de achtergrond duwen. We mogen ons inderdaad verheugen over de meer dan 6800 postulanten (aan het einde van de maand april) onder de hoede van de Sectie Rekrutering en Selectie, die zonder enige twijfel de hernieuwde interesse in het militaire beroep weergeven. Eén van de redenen is waarschijnlijk de publiciteit omtrent de herziening van de wedden. Wat dit onderwerp betreft, zal ik mij beperken tot het bevestigen dat het dossier ‘on track’ is om de gestelde objectieven te bereiken. Hetzelfde geldt voor de dossiers maaltijdcheques en herziening van de coëfficiënten. We zullen niet aarzelen om te communiceren van zodra de details en de timing preciezer gekend zijn.
Dit bondige overzicht van de talrijke initiatieven en projecten is slechts een illustratie van de gedaanteverwisseling die ons departement beleeft. Die zal zonder enige twijfel nog moeilijk zijn. Bij mijn weten is er geen enkele andere onderneming die al haar productielijnen (onze operationele capaciteiten en steuncapaciteiten) op hetzelfde moment vernieuwt en er ondertussen ook een nieuwe creëert (cyber). Deze reconstructie, laag per laag, zal niet pijnloos zijn. In tegenstelling tot bij een 3D-printer, kan ons eindproduct niet tot in de kleinste details gedefinieerd worden, gezien de voortdurende evolutie van onze omgeving. Deze transformatie zal gepaard gaan met successen, compromissen en waarschijnlijk ook nog met enkele mislukkingen. Wat dit betreft, kan ik u enkel aanmoedigen om te innoveren, om initiatieven te nemen, om te durven. Weet dat ik, in geval van menselijke of andere fouten, altijd de eerste zal zijn om ze te aanvaarden en om mijn verantwoordelijkheid op te nemen, voor zover deze fouten zich inschrijven in dit leer- en ontwikkelingsproces.
Michel HOFMAN
Chef Defensie