Terugkeer uit Mali: logistiek ter land, ter zee en in de lucht
In de Malinese stad Gao loopt een deel van de VN-vredesoperatie Mission multidimensionnelle intégrée des Nations unies pour la stabilisation au Mali (MINUSMA) ten einde. Dat einde betekent ook dat het personeel en vooral het materiaal van Defensie een weg terug naar België moet vinden. Het traject? Via tal van luchtbruggen geraakt het materiaal in de Beninse havenstad Cotonou, waar een transportschip de goederen naar hun bestemming in België voert. We zijn getuige van een stukje in de ketting tussen start en aankomst.
Met een donderend geraas landt een Iljoesjin II-76, een mastodont van een cargovliegtuig, op het tarmac van Cadjehoun Airport in het Beninse Cotonou. Op de romp pronkt de vlag van Azerbeidzjan. Een paar uur later opent een Italiaanse C-130 op diezelfde luchthaven zijn cargodeuren. En nog wat later geven we vuistjes aan de bemanning van een van onze Belgische C-130s. “Deze redeploy toont de uitstekende samenwerking tussen verschillende bevriende naties”, aldus commandant Glorieux. Hij neemt de logistieke verantwoordelijkheid van de luchttransporten op zich. Samen met zijn collega, onderluitenant Calimache, coördineert hij de bewegingen tussen Gao en Cotonou.
“Voertuigen, containers, paletten met goederen, … Tot de laatste schroef moet alles terug in België geraken.” Die taak ligt voor een groot deel in het kamp van de Movement and Control Group (MCG), waarvoor de commandant werkt. “De goederen passeren via Cotonou, omdat we al ervaring hebben met die stad en haar logistieke bedrijven, waaronder het Franse Bolloré. Ook de band met het Beninse leger, dat zorgt voor escortes bij het transport, is uitstekend.” En die escortes zijn wel degelijk nodig. Het verkeer in deze havenstad bulkt van de gezonde chaos. Maar als je hier niet gewend bent om achter een stuur te zitten, weet je niet waar kijken. We zien vrachtwagens, gepantserde jeeps en gevechtsvoertuigen passeren. Zij behoren onder andere toe aan een multisensordetachement van het bataljon ISTAR. Zij vormden jarenlang de ruggengraat van de operatie in Gao.
De Beninse militairen begeleiden een volle vrachtwagen en enkele zware voertuigen naar een logistieke zone waar de aangekomen goederen een reiniging en ontsmetting ondergaan. Kapitein Maube van het diergeneeskundige team van het 14 Medisch Bataljon geeft aanwijzingen over de correcte werkwijze. “Ons team behandelt de goederen, groot en klein, zodat er geen dierenziektes of virussen mee naar België reizen”, vertelt ze. “Kleinere zaken wassen en ontsmetten we hier. Daarna ontsmetten we de container langs binnen, dichten we alle gaten en laden onze collega’s van de logistiek de container. Voor we die sluiten deponeren we in de container nog een product tegen insecten en ongedierte.” Eens de containers het transportschip op gaan, worden ze aan de buitenkant nog grondig ontsmet.
Vlakbij de logistieke zone, pal in de schaduw van een enorme moskee, vinden we een afspuitplaats die veel weg heeft van een carwash. “Zo lijkt het op het eerste zicht wel”, lacht de kapitein. “Hier spuiten we het laatste restje Malinees zand eraf. Ook via voertuigen reizen virussen of dierenziektes soms mee.” Pas wanneer de laatste morzel grond van de voertuigen afvalt, begeven de voertuigen zich naar de haven. “Daar ontsmetten we de grotere goederen zoals deze voertuigen.”
Wat we hier te zien kregen, toont maar een minuscuul deel van de terugkeer uit Mali. “De voorbereiding voor een logistiek maneuver als dit vraagt veel tijd en voorbereiding”, besluit commandant Glorieux. “Ongeveer een jaar op voorhand ondernemen we de eerste stappen hiervoor. Het hangt natuurlijk allemaal af van de complexiteit van de transporten en de grootte van de lopende operatie.”
Wanneer alles via luchtbrug in Cotonou gearriveerd is, kan de volgende stap beginnen: het maritiem transport. “Ook daar komen heel wat factoren bij kijken,” blikt de commandant vooruit. Maar vooralsnog lopen de luchttransporten tussen Gao en Cotonou onverminderd verder.